Kanjertraining

Op De Zeester werken we sinds 2016 met de Kanjertraining. Wij willen u graag iets vertellen over de inhoud en hoe wij er in alle klassen mee werken.

Voor vertrouwen, veiligheid, rust en wederzijds respect

Waarom de Kanjertraining? Kinderen hebben een schoolomgeving nodig waar ze zichzelf kunnen zijn, zonder gepest of uitgelachen te worden. De Kanjertraining geeft kinderen handvatten voor sociale situaties. Het biedt een adequate aanpak om negatief gedrag om te buigen naar positief gedrag. U kunt hierbij denken aan bijvoorbeeld schelden, vechten en slaan, maar ook meidenvenijn en het bewust buitensluiten van een of meerdere kinderen.

Aan de volgende doelen wordt tijdens de lessen gewerkt:

  • Hier ben ik. 
  • Het is goed dat ik er ben.
  • Ik ben te vertrouwen.
  • Ik help.
  • Ik speel niet de baas. 
  • Ik lach niet uit. 
  • Doet iemand expres naar, dan denk ik: Bekijk het maar! 
  • Ik gedraag mij als een kanjer, want ik ben een kanjer. 

Vertrouwensoefeningen

Een belangrijk element van de kanjertraining zijn de vertrouwensoefeningen, waarbij kinderen leren op elkaar en zichzelf te vertrouwen.

Vier gedragstypen

Tijdens de Kanjertraining staan vier gedragstypen centraal. Kinderen gedragen zich verschillend in bepaalde situaties. De meeste kinderen zijn te vertrouwen. Ze zijn vriendelijk, behulpzaam en op een leuke manier grappig of stoer. Maar het kan ook doorslaan. Dan gedragen kinderen zich te meegaand uit angst, lachen elkaar uit, of doen vervelend stoer.
Aan de jongste kinderen wordt het als volgt uitgelegd:

De tijger (de witte pet):

is zichzelf, is te vertrouwen, vriendelijk, behulpzaam en op een leuke manier grappig en stoer.

Het konijn (de gele pet):

doet zielig, trekt zich terug en doet bang. 

Het aapje (de rode pet):

lacht uit, loopt mee, doet als een uitslover en maakt theater.

De vlerk (de zwarte pet):

daagt uit, pest, zoekt ruzie, speelt de baas.

Wat leren de kinderen tijdens de Kanjertraining?

  • Zichzelf voorstellen/een presentatie houden.
  • Iets aardigs zeggen over elkaar en zichzelf.
  • Met gevoelens van zichzelf en de ander kunnen omgaan.
  • Een compliment, maar ook kritiek kunnen geven en ontvangen.
  • Ja en Nee kunnen zeggen: 'Ja' als je iets prettig vindt en 'Nee' als je iets vervelend vindt.
  • Hun eigen mening geven zonder iemand te kwetsen.
  • Een ander durven vertrouwen en zelf te vertrouwen zijn.
  • Samenwerken.
  • Vragen stellen, belangstelling tonen, proberen de ander te begrijpen.
  • Zelfvertrouwen/zelfrespect krijgen.
  • Leren stoppen met treiteren.
  • Uit een slachtofferrol stappen.

Wij geloven dat ieder kind een kanjer is en helpen waar nodig graag elk kind zijn of haar innerlijke kanjer te ontdekken!